Leidinggeven in de kerk: een hondenbaan?

Door Theo Hettema

Theo Hettema kijkt uit het raam naar de mensen die hun hond uitlaten. Van die mensen en hun honden komt hij op het onderwerp van leiderschap in de kerk. De Martin Gaus van de Nederlandse kerk denkt hardop daarover na en biedt iets aan.

Wil je de mens leren kennen? Dan nodig ik je uit om op een zonnige middag – het is nog wat guur maar als je wandelt en een jas aantrekt merk je er niets van – bij mij in de studeerkamer voor het raam te komen zitten.
Vanuit het raam op de eerste verdieping kijk je uit op een slootje met daarvoor een paadje: ‘het hondenpaadje’, of volgens het bestemmingsplan de ‘hondenuitlaatstrook’ van de Haagse wijk waar ik woon.
Hier kunnen mensen hun hond uitlaten en hun hond zonder riem los laten lopen, wanneer ze de hondenpoep maar weer opruimen.
Het eerste gebeurt wat meer dan het laatste, maar daar wil ik het nu niet over hebben.
Ik wil het wel hebben over het fenomeen hondenuitlater.

Hondenuitlaters
‘Hondenbezitter’ wilde ik eerst schrijven. Maar daar begint het probleem al.
Want als ik kijk naar de honden die aan hun band rukken, is het regelmatig de vraag wie wie bezit.

Soms is het duidelijk de hond die de baas is, en doet het menselijke baasje alleen nog voor de schijn enige moeite om er iets van te maken.
Wanneer de hond enthousiast een kant op trekt, doet het baasje alsof hij ineens bedenkt dat hij die kant ook wel op wil. En dan zie je hond met een struikelend-hollende baas erachter aan ineens uit het zicht verdwijnen.

Er zijn ook de honden en baasjes voor wie het eigenlijk allemaal niet meer hoeft.
Meestal zijn ze beiden oud en versleten.
Ze sjokken hun rondje, omdat dat nou eenmaal moet.
Maar ze hebben onderling een pact gesloten dat ze het elkaar zo min mogelijk lastig maken.
Dan kunnen ze allebei weer zo snel mogelijk naar huis, lekker warm op de bank of in de mand.

Er zijn ook heel wat hondenuitlaters van het zorgende type.
Zij lopen vaak met meerdere honden en die trekken ongeordend aan hun riemen, alle kanten op.
Aan de dekentjes lees je af dat iedere hond een verhaal heeft.
De een is overgenomen van een zieke vriendin, de ander wordt uitgelaten voor de buurvrouw die het niet meer kan. Weer een ander is zo ziekelijk dat de wachtkamer van de dierenarts nog meer belopen wordt dan het hondenpaadje.
Het zorgen groeit deze baasjes duidelijk boven het hoofd.
Deze baasjes kunnen het niet over hun hart krijgen om nee te zeggen wanneer er weer een afgedankte hond hun liefde nodig heeft.
Met hun overstelpende en onbegrensde liefde denken ze te doen wat goed is, maar ze kunnen het feitelijk niet meer aan.

Dan heb je ook regelmatig baasjes en honden die het goed hebben met elkaar.
De hond aanvaardt zijn baasje en het baasje aanvaardt zijn of haar hond.
Je kunt deze soort herkennen omdat de hond vaak losloopt. Dat gaat goed.
Ze lopen vaak dezelfde dagelijkse rondjes.
Maar ook bij een kleine afwijking of een korte stop voor een praatje is de hond er met een paar keer roepen bij te houden.
En als de hond even wat tijd nodig heeft om aan een uiterst interessant struikje te snuffelen en daar een geurvlag achter te laten, is dat ook geen probleem.

Leidinggeven in de kerk
Alle kans dat de lezer die de overpeinzing van deze blog leest een functie in de kerk vervult.
Dan wil ik je uitnodigen om de bovenstaande tekst nog eens te lezen met de bril op van een professional in de kerk.
Er zijn allerlei redenen te bedenken waarom je de relatie tussen pastor/predikant/kerkelijk werker en gemeenteleden of parochianen niet moet beschouwen in termen van baasjes en hun honden.
Maar het is misschien toch ook wel aardig om na te denken over de vraag in welke van de soorten hondenbaasjes en hondenuitlaters jij je herkent.
Misschien moet ik er dan nog de kerkelijke professional aan toevoegen die als een kapelaan Odekerke zichzelf beschouwt als herdershond van de kudde. (De jongere lezers moeten hiervoor maar even googelen.)
Voor beide polen van de vergelijking, hondenuitlaters en kerkelijke professionals, geldt dat het leidinggeven zo mooi kan zijn, maar dat het ook vaak zo slecht uitpakt.

Wanneer gaat het goed? Wanneer pastors en gemeenteleden samen op lopen, elkaar bij de les houden maar ook in wederzijdse vrijheid het pad van het kerkelijk leven bewandelen.
Is dat een kwestie van geluk hebben met een fijne, en zelfs meegaande, gemeente? Of met omstandigheden waardoor het allemaal meezit?
Voor een deel wel.
Maar voor een heel groot deel ligt het aan degene die leidinggeeft of een aandeel heeft in het leidinggeven.

Waarderend leidinggeven
Ik weet dat er een alternatief is voor worden meegesleurd in het leidinggeven, voor het maskeren van je eigen gebrek of het verkeerd inzetten van je talenten.
Dat alternatief heb ik me gaandeweg eigen gemaakt.
Daarna herkende ik het in de werkwijze van Waarderende Gemeenteopbouw en daarmee heb ik mijn ervaringen verdiept.

In 2021 hebben Nico Belo en ik (beiden overigens niet in het bezit van een hond) onze ervaringen omgezet in een training Waarderend leidinggeven voor predikanten en kerkelijk werkers.
In de drie dagen van die training leer je waarderend kijken naar je eigen leiderschapspositie en naar de krachten van de groep waarin je een leidinggevende rol hebt.
We hebben de afgelopen tijd de training nog iets verdiept en er wat extra nascholingspunten aan toegevoegd.

Nu gaan we hem met z’n tweeën nog één keer geven, op drie donderdagen in maart, april en mei, op de best bereikbare plek van Nederland.
Het is voor het laatst dat we dat in deze combinatie doen. Dus ik zou zeggen: grijp je kans.
Meer informatie kun je vinden op https://www.met-andere-ogen.nl/waarderend-aanbod/ Opgeven kan t/m 6 maart 2023.

Lukt het je niet om hieraan mee te doen, denk dan eens na of je met een aantal collega’s een halfbegeleide groep intervisie op kunt zetten.
Dat kan ook een fijne manier zijn om actief in je leidinggevende rol te gaan staan.
En anders: tot ziens op het hondenpaadje!